Het Concert der Mogenheden

Na een hevige strijd, waarbij aan weerskanten talrijke slachtoffers vielen, maakte het invallen van de nacht een einde aan het gevecht, dat onbeslist eindigde. Het verloop van dit eerste treffen was voor Kroisos aanleiding om de schuld te zoeken bij de geringe sterkte van zijn eigen leger, dat het niet haalde bij de troepenmacht van Cyrus. Daarom is hij, toen Cyrus de volgende dag geen poging waagde om de strijd te hervatten, naar Sardes teruggegaan met de bedoeling de Egyptenaren op grond van het bestaande verdrag te hulp te roepen. Hij had namelijk ook met farao Amasis een eedgenootschap gesloten, nog eerder dan met de Spartanen. Bovendien deed hij een beroep op de Babyloniërs onder aanvoering van hun toenmalige koning Nabonnedos, met wie hij eveneens in een vroeger stadium een verbond was aangegaan. Herodotos 1:76-77

Zomaar een passage uit de Historiën van de Griekse geschiedschrijver Herodotos. Herodotos heeft het hier over de oorlog tussen koning Kroisos van Lydië en koning Cyrus van Perzië. Cyrus had koning Astyages van Medië, een zwager van Kroisos, enkele jaren eerder van de troon gestoten en nu wilde Kroisos hem wreken. Hij stak de rivier de Halys over en viel het land van Cyrus binnen. De twee koningen troffen elkaar in Cappadocië en de eerste veldslag eindigde onbeslist. Kroisos zag in dat Cyrus een groter leger had meegebracht dan hij had verwacht en trok zich terug naar de hoofdstad Sardes. Deze terugtocht was geen vlucht, maar deel van een vooropgezet plan. Kroisos had koning Amasis van Egypte en koning Nabonidus van Babylonië, de twee machtigste koningen van die tijd, namelijk te hulp geroepen in zijn strijd tegen Cyrus en hij wachtte nu op versterkingen.

Continue reading “Het Concert der Mogenheden”

Wee de bloedstad, een en al leugen!

3.1) Wee de bloedstad, een en al leugen, vol oorlogsbuit, het roven houdt niet op. 2) Hoor! Knallende zwepen! Hoor! Daverende wielen! Dravende paarden, dansende wagens, 3) steigerende ruiters, vlammende zwaarden, bliksemende lansen! Vele doden, massa’s lichamen, ontelbare lijken. 4) Je gedraagt je als een hoer, een verleidster ben je, bedreven in toverij, je verkwanselt volken voor je ontuchtige praktijken, en stammen voor je toverkunst. 5) Daarom zal ik je straffen – spreekt de HEER van de hemelse machten. Ik zal je kleren optillen tot over je gezicht, je naaktheid aan alle volken tonen, je schaamte aan alle landen laten zien. 6) Ik zal je onder vuil bedelven, je belachelijk maken, je te kijk zetten. 7) Dan zal ieder die je ziet zich van je afwenden en zeggen: ‘Ninevé is verwoest!’ Wie zal om haar rouwen? Waar vind ik iemand die haar troost?

Nahum

Met deze woorden becommentarieerde de Judese profeet Nahum de val van de Assyrische hoofdstad Ninevé in 612 v. Chr. Wat dertig jaar eerder nog het hart was geweest van een bloeiend wereldrijk, was nu door toedoen van de Babyloniërs en de Meden gereduceerd tot een smeulende ruïne. Hoe had het Assyrische Rijk zo snel ineen kunnen storten? Over de details valt helaas weinig te zeggen. Rond 640 v. Chr. komen de koningsinscripties, waarin de Assyrische koningen verslag deden van veldtochten en bouwprojecten, abrupt ten einde. Uitgerekend over de jaren waar we het meest van willen weten, weten we dus het minst. Maar misschien kan een analyse van de structurele zwakheden van het Assyrische Rijk en van de gebeurtenissen kort vóór 640 v. Chr. ons verder helpen.

Continue reading “Wee de bloedstad, een en al leugen!”