A bold new research project that did not get funded (but let me tell you about it anyway)

You know those moments when you spend months developing an exciting new research idea, pour your heart and soul into a beautifully structured proposal, reread the instructions seventeen times, double-check every footnote — and then don’t get the grant?

Yeah, me too.

Earlier this year, I submitted a proposal for a PhD project called International Relations in the Near East during the Neo-Assyrian Period (c. 1000–609 BCE). The title alone was a page-turner, obviously. And while the proposal was ultimately rejected, I still think the idea is worth sharing — if only so you can see what kind of fascinating research didn’t make it through the system.

Continue reading “A bold new research project that did not get funded (but let me tell you about it anyway)”

Writing Babylon: on the search for a new form

What’s the best way to write about a world that no longer exists?

That question has followed me for years, from the first time I opened a book on Mesopotamian history to the moment I started sketching the outlines of my third (Dutch) book, now in the works. It’s a book about Babylon. Not the Babylon of clichés and popular imagination, but the real, messy, deeply human Babylon of the sixth century BCE: a city caught in political, religious, and emotional turmoil, where priests still whispered the names of the gods, omens were read in the liver of a sheep, and rumours moved faster than armies.

But how do you write about such a world? How do you bring it to life without flattening it into a simple story or drowning your reader in footnotes?

That’s the challenge I’ve set for myself, and if you’ll indulge me, I’d like to tell you a bit about the road I’ve taken to try and solve it.

Continue reading “Writing Babylon: on the search for a new form”

Back to blogging (and thinking big)

Hi there — and welcome (back) to my blog.

If you’ve followed me for a while, you might remember that I used to blog regularly. The topics ranged widely: sometimes about the Ancient Near East, sometimes about something completely different that happened to spark my interest. It was fun and informal, but I’ll admit it never quite found a steady rhythm. I eventually drifted away from it, especially as other writing projects started taking over.

Fast-forward a few years, and I’ve written two books in Dutch about the ancient world — Het wereldrijk van het Tweestromenland and Alle wegen leiden naar Babel — and I’m currently working on a third. That third book is a bit different: for the first time, I’m combining historical reconstruction with fictional elements. It’s set in Babylon, in the tense final months before Cyrus the Great conquered the city, and it’s my way of trying to imagine what it must have felt like to live in a time of political collapse, religious uncertainty, and imperial propaganda. So far, it’s been one of the most rewarding (and challenging) projects I’ve worked on.

But while writing books has brought me a lot, it has also made one thing very clear: writing is lonely. It’s slow, it’s solitary, and by the time a book comes out, I’m often already neck-deep in the next idea. I miss the immediacy of dialogue — the joy of sharing questions, doubts, discoveries, and curiosities as they come up. I miss having a place to explore half-formed thoughts, and to hear what others think in return.

That’s why I’ve decided to return to blogging. But this time, with a clearer sense of what I want to use it for.

Continue reading “Back to blogging (and thinking big)”

Alle wegen leiden naar Babel

Inmiddels ruim twee jaar geleden verscheen Het Wereldrijk van het Tweestromenland. Het was een debuut waar je als beginnend schrijver alleen maar van kunt dromen: intussen al zes drukken, lovende recensies in de NRC en de Volkskrant, uitgeroepen tot Boek van de Maand bij VPRO’s OVT, genomineerd voor de Homerusprijs 2022. Uitgeverij Omniboek kwam dan ook al snel met de vraag of ik nog meer boeken wilde schrijven. Tegen dat verzoek zei ik natuurlijk geen nee.

Bij het schrijven van mijn eerste boek merkte ik dat het door de brede opzet soms moeilijk was om op elk onderwerp even diep in te gaan. Uiteindelijk is het toch vooral een boek over politiek-militaire geschiedenis geworden, met minder aandacht voor zaken als bestuur, economie, religie en wetenschap. Ik besloot daarom dat ik in mijn volgende boeken de andere thema’s wilde uitdiepen. Over de vraag welk thema in mijn eerstvolgende boek centraal zou staan, hoefde ik niet lang na te denken: het werd langeafstandshandel.

Continue reading “Alle wegen leiden naar Babel”

Evolution of Sumerian kingship

According to the Sumerian King List, kingship was already in the third millennium BC an ancient institution. But is this correct? Where and how did Sumerian kingship originate?

The Sumerian King List is one of the oldest historiographical documents known to mankind. The earliest version dates back to the Neo-Sumerian Period (2112-2004 BC) and lists all the kings who had “held kingship” up to that time, along with their home city and the length of their reign.

The Sumerian King List presents kingship as a divine gift that had been bestowed upon mankind in primordial times and that was passed down from king to king and from city to city by the will of the gods. Interestingly, this kingship could only be held by one person at a time.

Continue reading “Evolution of Sumerian kingship”

Cimmerians and Scythians – Herodotus reconsidered

In the distant past, when Assyria still reigned supreme, two tribes of nomadic horsemen wreaked havoc across Asia. They were known as the Cimmerians and the Scythians.

The Cimmerians lived on the steppes north of the Black Sea until they were driven from their homeland by the Scythians, who had themselves been driven from their own homeland in Central Asia by the nomadic Massagetae.

The Cimmerians fled, passing the Caucasus on the side of the Black Sea, and reached Anatolia. There, they raided the prosperous kingdoms of Phrygia and Lydia, until they were finally defeated by King Alyattes of Lydia (r. 610–560 BC), who went on to conquer all the lands west of the River Halys.

The Scythians pursued the Cimmerians, passing the Caucasus on the side of the Caspian sea, reaching Iran. When the Scythians found out that the Cimmerians had taken another route, they decided to attack the Median kingdom ruled by Cyaxares (r. 625–585 BC) instead. The Scythians ruled the region for 28 years, conducting raids as far as Palestine, until they were finally defeated by Cyaxares, who reclaimed his throne and went on to conquer all the lands east of the River Halys.

Continue reading “Cimmerians and Scythians – Herodotus reconsidered”

Bij de gratie van Ahura Mazda

Toen Ahura Mazda deze wereld in beroering zag, schonk hij het (koningschap) aan mij en maakte hij me tot koning, opdat ik koning zou zijn. Bij de gratie van Ahura Mazda herstelde ik (de wereld) in haar oorspronkelijke staat. Wat ik tegen hen (d.w.z. de onderdanen) zei, dat deden zij, zoals ik verlangde. Als je je afvraagt: “Van hoeveel landen heeft Darius zich meester gemaakt?” kijk dan naar de beelden [van hen] die de troon dragen. Dan zul je het weten, dan zal het je bekend worden: de speer van een Pers reikt ver. Dan zal het je bekend worden: een Pers heeft waarlijk ver van Perzië slag geleverd. Alles wat ik gedaan heb, heb ik door de wil van Ahura Mazda gedaan. Ahura Mazda schonk me hulp, totdat ik mijn werk volbracht had. Moge Ahura Mazda mij, mijn koningshuis en dit land beschermen tegen onheil. Hierom bid ik tot Ahura Mazda, moge Ahura Mazda het me geven! O sterveling, laat dat wat Ahura Mazda bevolen heeft je niet tegenstaan! Verlaat het rechte pad niet! Kom niet in opstand! Naqsh-e Rustam Inscriptie

Met deze woorden beschreef de Perzische koning Darius I (r. 522-486 v. Chr.) in een inscriptie bij zijn graf in Naqsh-e Rustam zijn eigen heerschappij. In zijn bijna veertig jaar op de troon consolideerde hij de veroveringen van zijn voorgangers en vormde hij het Midden-Oosten om tot een politieke eenheid: een ‘oikoumene’. Voor zijn onderdanen leek het alsof Darius over de gehele bewoonde wereld regeerde. Maar liefst 44% van de toenmalige wereldbevolking viel onder het gezag van Darius; een percentage dat sindsdien door geen enkel ander wereldrijk is geëvenaard. In dat opzicht was het Perzische Rijk het meest wereldomvattende rijk dat ooit heeft bestaan.

Continue reading “Bij de gratie van Ahura Mazda”

De Uitverkorene

45.1) Dit zegt de HEER tegen Cyrus, zijn gezalfde, die hij bij de rechterhand neemt, aan wie hij volken onderwerpt, voor wie hij koningen ontwapent, voor wie hij deuren opent – geen poort blijft gesloten: 2) Ik zal voor je uit gaan, ik zal ringmuren slechten, bronzen deuren verbrijzelen, ijzeren grendels stukbreken. 3) Ik zal je verborgen schatten schenken, diep weggeborgen rijkdommen. Dan zul je weten dat ik de HEER ben, de God van Israël, die jou bij je naam roept. Jesaja

Met deze woorden beschreef een anonieme Judeeër, die als balling in Babylonië leefde en zichzelf in de traditie van de profeet Jesaja plaatste, halverwege de 6de eeuw v. Chr. de opkomst van de Perzische koning Cyrus de Grote (r. 558-530 v. Chr.). Cyrus veroverde in een kwart eeuw tijd bijna geheel Zuidwest-Azië en bracht met opvallend gemak grootmachten als Medië, Lydië en Babylonië ten val. Dit maakte diepe indruk op de mensen in die tijd en het idee dat Cyrus goddelijke steun genoot, of zelfs onderdeel was van een goddelijk plan, werd breed gedragen. Hoe valt zijn succes te verklaren?

Continue reading “De Uitverkorene”

Het Concert der Mogenheden

Na een hevige strijd, waarbij aan weerskanten talrijke slachtoffers vielen, maakte het invallen van de nacht een einde aan het gevecht, dat onbeslist eindigde. Het verloop van dit eerste treffen was voor Kroisos aanleiding om de schuld te zoeken bij de geringe sterkte van zijn eigen leger, dat het niet haalde bij de troepenmacht van Cyrus. Daarom is hij, toen Cyrus de volgende dag geen poging waagde om de strijd te hervatten, naar Sardes teruggegaan met de bedoeling de Egyptenaren op grond van het bestaande verdrag te hulp te roepen. Hij had namelijk ook met farao Amasis een eedgenootschap gesloten, nog eerder dan met de Spartanen. Bovendien deed hij een beroep op de Babyloniërs onder aanvoering van hun toenmalige koning Nabonnedos, met wie hij eveneens in een vroeger stadium een verbond was aangegaan. Herodotos 1:76-77

Zomaar een passage uit de Historiën van de Griekse geschiedschrijver Herodotos. Herodotos heeft het hier over de oorlog tussen koning Kroisos van Lydië en koning Cyrus van Perzië. Cyrus had koning Astyages van Medië, een zwager van Kroisos, enkele jaren eerder van de troon gestoten en nu wilde Kroisos hem wreken. Hij stak de rivier de Halys over en viel het land van Cyrus binnen. De twee koningen troffen elkaar in Cappadocië en de eerste veldslag eindigde onbeslist. Kroisos zag in dat Cyrus een groter leger had meegebracht dan hij had verwacht en trok zich terug naar de hoofdstad Sardes. Deze terugtocht was geen vlucht, maar deel van een vooropgezet plan. Kroisos had koning Amasis van Egypte en koning Nabonidus van Babylonië, de twee machtigste koningen van die tijd, namelijk te hulp geroepen in zijn strijd tegen Cyrus en hij wachtte nu op versterkingen.

Continue reading “Het Concert der Mogenheden”

Wee de bloedstad, een en al leugen!

3.1) Wee de bloedstad, een en al leugen, vol oorlogsbuit, het roven houdt niet op. 2) Hoor! Knallende zwepen! Hoor! Daverende wielen! Dravende paarden, dansende wagens, 3) steigerende ruiters, vlammende zwaarden, bliksemende lansen! Vele doden, massa’s lichamen, ontelbare lijken. 4) Je gedraagt je als een hoer, een verleidster ben je, bedreven in toverij, je verkwanselt volken voor je ontuchtige praktijken, en stammen voor je toverkunst. 5) Daarom zal ik je straffen – spreekt de HEER van de hemelse machten. Ik zal je kleren optillen tot over je gezicht, je naaktheid aan alle volken tonen, je schaamte aan alle landen laten zien. 6) Ik zal je onder vuil bedelven, je belachelijk maken, je te kijk zetten. 7) Dan zal ieder die je ziet zich van je afwenden en zeggen: ‘Ninevé is verwoest!’ Wie zal om haar rouwen? Waar vind ik iemand die haar troost?

Nahum

Met deze woorden becommentarieerde de Judese profeet Nahum de val van de Assyrische hoofdstad Ninevé in 612 v. Chr. Wat dertig jaar eerder nog het hart was geweest van een bloeiend wereldrijk, was nu door toedoen van de Babyloniërs en de Meden gereduceerd tot een smeulende ruïne. Hoe had het Assyrische Rijk zo snel ineen kunnen storten? Over de details valt helaas weinig te zeggen. Rond 640 v. Chr. komen de koningsinscripties, waarin de Assyrische koningen verslag deden van veldtochten en bouwprojecten, abrupt ten einde. Uitgerekend over de jaren waar we het meest van willen weten, weten we dus het minst. Maar misschien kan een analyse van de structurele zwakheden van het Assyrische Rijk en van de gebeurtenissen kort vóór 640 v. Chr. ons verder helpen.

Continue reading “Wee de bloedstad, een en al leugen!”