Interview met Rolf Strootman – Het Perzische Rijk als sociaal netwerk

Het Perzische Rijk (550-330 v. Chr.) was de eerste grootmacht die erin slaagde van het Midden-Oosten een politieke eenheid te maken. De Perzen verenigden tientallen volken onder hun gezag en zorgden zo voor een langdurige vrede. Onder het Perzische gezag bloeide de langeafstandshandel en kwamen verschillende culturen met elkaar in contact. De vraag hoe dit Perzische Rijk tot stand kwam en hoe het zich als politieke eenheid heeft weten te handhaven blijft tot op heden onbeantwoord. Deze week een interview Rolf Strootman, die onderzoek doet naar de rol van sociale netwerken en handelsroutes in het functioneren van het Perzische Rijk.

Rolf Strootman

Rolf Strootman

Dr. Rolf Strootman is docent-onderzoeker bij het Departement Geschiedenis & Kunstgeschiedenis van de Universiteit Utrecht. Hij is gespecialiseerd in de geschiedenis van het Midden-Oosten en Centraal-Azië. Zijn huidige onderzoek richt zich op de vraag hoe het Perzische en het latere Seleucidische Rijk zich wisten te handhaven. Volgens Strootman waren deze wereldrijken in de kern sociale netwerken die ernaar streefden de handelsroutes tussen de Middellandse Zee en Centraal-Azië te beheren. Met de opkomst van het Perzische Rijk werd dit gebied voor het eerst een politieke eenheid en werd de basis gelegd voor de Zijderoute.

Rolf, de focus van je onderzoek ligt op het gebied tussen de Middellandse Zee en Centraal-Azië. Wat maakt dit gebied zo belangrijk?

In veel nieuwe studies van de wereldgeschiedenis wordt dit gebied gezien als een soort tussengebied tussen Rome en China. Historici vragen zich wel af hoe Rome en China met elkaar in contact zijn gekomen, maar kijken daarbij nauwelijks naar het enorme gebied daar tussenin. Dat terwijl juist door dit gebied alle handelsroutes liepen. Tussen 550 v. Chr. en 150 v. Chr. vormde dit gebied – eerst onder de Perzen en later onder de Macedoniërs – een politieke eenheid. De langeafstandshandel werd hierdoor gestimuleerd en tussen de Middellandse Zee en Centraal-Azië ontstond een uitgebreid handelsnetwerk. Rond 150 v. Chr. maakt China de Zijderoute compleet door handelsdelegaties naar het westen te sturen, maar zij troffen daar een bestaand handelsnetwerk.

Je omschrijft het Perzische Rijk als een sociaal netwerk. Kan je me uitleggen wat je daarmee bedoelt?

In het verleden probeerden historici de antieke wereldrijken vaak in te passen in het model van de natiestaat. Zo’n rijk moest gecentraliseerd zijn en een bestuursapparaat hebben. In premoderne en met name niet-westerse wereldrijken is zo’n centraal bestuursapparaat echter vaak afwezig. Een wereldrijk is in zo’n geval weinig meer dan een sociaal netwerk, waarbinnen de koning een centrale rol inneemt. Zo’n koning is afhankelijk van de steun van andere belangrijke spelers in het netwerk: de zogenaamde elites. In het geval van de Perzen en de Seleuciden zijn dat de gouverneurs, onderkoningen, stadsbesturen, enzovoort. Om zijn centrale positie te handhaven moet de koning zich voortdurend verzekeren van de steun van deze elites.

Hoe gaat dat in zijn werk?

Het belangrijkste principe is dat een koning macht moet weggeven om macht te krijgen. Door macht en status toe te kennen aan bepaalde personen, verzekert de koning zich van hun steun. Het probleem is alleen dat deze personen na verloop van tijd zo machtig worden dat ze zich als autonome vorsten gaan gedragen. Ze zijn voor hun macht immers niet langer afhankelijk van de koning. Wil het wereldrijk overleven, dan moet de koning zijn netwerk ‘verversen’ door nieuwe elites te benoemen. In het geval van de Seleuciden zie je bijvoorbeeld dat halverwege de derde eeuw v. Chr. veel Macedonische gouverneurs in opstand komen: Andragoras van ParthiëDiodotus I van Bactrië. De koning reageert daarop door steun te zoeken bij de Iraanse adel, bijvoorbeeld de Arsaciden in Parthië en de Frataraka’s in Perzië. In deze tijd krijgt de Perzische identiteit ook weer een zekere status.

Is die voortdurende zoektocht naar steun van nieuwe elites niet ook een teken van verzwakking?

Daar valt zeker wat voor te zeggen, maar zolang de koning erin slaagt afspraken te maken met de elites moet zo’n zoektocht in elk geval worden gezien als een succesvol reageren op veranderende omstandigheden. In de geschiedenis van het Seleucidische Rijk zie je bijvoorbeeld dat grootkoning Antiochus III de opstandige gouverneur Euthydemus I van Bactrië na een oorlog van drie jaar de koningstitel verleent. Vaak wordt dit uitgelegd als een concessie, maar zo eenvoudig ligt het niet. Na de kroning van Euthydemus blijven de relaties tussen het Seleucidische en het Bactrische hof goed. Er vinden onderlinge huwelijken plaats en de Graeco-Bactriërs komen de Seleuciden rond 140 v. Chr. nog te hulp in hun strijd tegen de Parthen. Antiochus en Demetrius blijven deel uitmaken van dezelfde politieke eenheid.

Het woord ‘politieke eenheid’ is nu al een paar keer gevallen. Wat bedoel je hier nu eigenlijk mee?

Van een ‘politieke eenheid’ is sprake wanneer de elites binnen een bepaald netwerk het gevoel hebben deel uit te maken van een groter geheel. Meestal komt dit erop neer dat ze één koning erkennen aan wie ze tribuut betalen en soms ook troepen leveren. Meer dan dat is het eigenlijk niet. Zo’n koning heeft vooral een symboolwaarde, als degene die de politieke eenheid bij elkaar houdt. Voor de rest zijn de onderkoningen, gouverneurs en stadsbesturen grotendeels autonoom.

Een wereldrijk is dus wezen een idee? Dan blijft de vraag hoe zo’n idee tot stand komt…

Het idee dat de wereld een eenheid is, die moet worden geregeerd door één door de goden begunstigde koning, is al sinds mensheugenis aanwezig in het Nabije Oosten. De vraag is alleen wie de rol van koning mag spelen. Iemand moet de oorlog winnen. Eerst zijn dat de Assyriërs, die het Nabije Oosten tot een politieke eenheid maken. Daarna komen de Babyloniërs en daarna de Perzen, die nog heel veel gebied aan het rijk toevoegen. Maar als het Perzische Rijk eenmaal gevestigd is en alle rivalen zijn uitgeschakeld, stuit de Perzische overheersing op relatief weinig verzet. Men ziet het voordeel wel in van zo’n politieke eenheid. Die bereidheid om deel uit te maken van een politieke eenheid, dat is in mijn ogen de belangrijkste verklaring voor het Perzische succes.